Het voetbal ontwikkelt zich continu. Waar vroeger een taboe lag op sportpsychologie heeft tegenwoordig bijna iedere betaald voetbalorganisatie er wel eentje rondlopen. Sportpsycholoog Afke van der Wouw is inmiddels aan haar derde seizoen bezig in Arnhemse dienst.

Bij een psycholoog denk je al snel aan mentale problemen. Een sporter die met een depressie worstelt bijvoorbeeld. Maar sportpsychologie is nog zoveel meer. ‘Ik ben geen klinisch psycholoog. Spelers met, zoals wij dat noemen, pathalogie verwijs ik door. Mijn werk is er vooral op gericht om spelers nog beter te laten presteren. Dus niet van min een naar nul, maar van nul naar plus een’, legt Van der Wouw uit.

Coaches coachen
Vitesse heeft de laatste jaren flink geïnvesteerd in de jeugdopleiding. Trainers zijn inmiddels fulltime in dienst en hebben vaak een Vitesse-achtergrond. Technisch directeur Mohammed Allach gaf eerder al aan dat Vitesse vanuit de eigen filosofie trainers wil opleiden. De aanstelling van Van der Wouw sluit daarbij aan. Zij coacht de trainers in het coachen. ‘Ik coach op het gebied van communicatie. Hoe kun je je spelers het beste benaderen, wat is handig om aan het begin van het seizoen aan teambuilding te doen, hoe ga je om met verschillende spelers, hoe bereid je ze het beste voor? Door middel van vragenlijsten over de persoonlijkheid en vaardigheden van spelers krijg je waardevolle informatie. Vanuit de KNVB is er heel veel aandacht voor het voetbalgedeelte van het trainersvak, maar dit onderdeel is nog niet echt opgenomen.’

Brein trainen
Naast aandacht voor de trainers, houdt de sportpsycholoog zich ook bezig met verbeteren van de trainingsmethoden voor de academie. Een speler kan bij iedere actie meerdere beslissingen nemen. Het kijkgedrag heeft hier veel invloed op. ‘Voetbal is informatie verzamelen, communiceren met je teamgenoten, met je tegenstanders, maar ook met omstandigheden. Met al die informatie neem je een beslissing. Als een pass niet aankomt kan dat komen omdat de speler niet de goede informatie heeft verzameld. Hij heeft bijvoorbeeld de man in de rug niet gezien. Maar het kan ook zijn dat hij de goede informatie wel had, maar dat hij een verkeerde beslissing nam. Hij speelt hem naar links, terwijl daar een speler staat. Het kan ook zijn dat de uitvoering gewoon niet goed was. Hij raakt te bal verkeerd’, legt Van der Wouw uit. Een goede trainer maakt zijn spelers zelfbewust, zodat zij in het veld beter in staat zijn om de juiste keuzes te maken. ‘Als een trainer precies zegt wie waar moet staan en wat moet doen dan is het gewoon kopiëren wat de spelers doen. Tijdens een wedstrijd heeft een trainer weinig middelen en tijd om spelers een voor een neer te zetten. Als je in de coaching al meer vraagt van ‘goh, wat zou je nu doen, waarom maak je deze keuze, wat had je anders kunnen doen’ dan worden spelers zich bewuster van hun eigen keuzes en beslissingen en zullen ze vaker de goede keuzes gaan maken. Een speler die vaak naar de grond kijkt zal dus niet alle informatie krijgen. Je kunt dan tegen hem zeggen dat hij omhoog moet kijken. Maar je kunt tijdens een partijtje ook spelers zonder hesje laten voetballen. Dan dwing je hem om goed te kijken.’

Analyseren
Het werk van Van der Wouw bestaat voor een deel uit het observeren van de trainers tijdens wedstrijden en trainingen. ‘De wedstrijden worden gefilmd en voorheen hadden ze ook microfoontje op om hun eigen coaching terug te kunnen luisteren.Tijdens de wedstrijd zitten ze er vaak helemaal in, waardoor ze niet meer precies weten wat ze gezegd hebben. Ze analyseren zichzelf en vervolgens geef ik ze nog handige tools en tips. Ik zie ze deze tips later weer gebruiken. Dat vind ik het mooie aan dit vak. Kwartjes die vallen.’

Praktijk
Van der Wouw vindt het een uitdaging om de theorie, onderzoeken en technieken naar het voetbalveld te vertalen. Daarvoor werkt ze nauw samen met de bewegingswetenschappers van Vitesse. ‘Ik werk bijvoorbeeld op het gebied van communicatie veel samen met Anders Belling. Met non-verbaal communiceren kun je sneller handelen dan de tegenstander. We willen eerst dat de spelers verbaal goed kunnen communiceren, daarna moeten ze zich non-verbaal kunnen redden. Dat vertalen we naar de praktijk door ze bijvoorbeeld met oordopjes te laten trainen, zodat ze elkaar niet horen. Zo worden ze gedwongen om non-verbaal te communiceren. Uiteindelijk willen we ze zo optimaal mogelijk op leiden voor het niveau van Vitesse 1. Er komt druk op te staan door belangen. We moeten ervoor zorgen dat ze met de druk om kunnen gaan. Kijkgedrag en omgaan met tegenslagen helpen daarbij. Niet alleen longinhoud, handigheid met de bal en spierkracht zijn belangrijk, maar ook het mentale aspect heeft aandacht nodig.’

Download PDF hier